You are here

Met kinderen op bezoek

Op bezoek bij een zwaar zieke patiënt

Als je met een kind op bezoek wil gaan naar een ernstig zieke patiënt in het ziekenhuis, ga je best eerst na of de patiënt al genoeg aangesterkt is om bezoek van kinderen te  kunnen ontvangen. Dat kan je navragen ofwel bij de patiënt zelf ofwel bij een verpleegkundige van de dienst. Daarvoor kan je bellen met de afdeling. Op deze link vind je de telefoonnummers en mailadressen.

Als een kind opgenomen is voor een infectieziekte raden we bezoek van kinderen af. Er is te veel besmettingsgevaar. Bij twijfel neem je best contact op met de hoofdverpleegkundige.

Kort bezoek

Als je een kind hebt dat moeilijk kan stilzitten, is het beter om het bezoek heel kort te houden en eventueel iemand mee te nemen die even naar buiten kan gaan met het kind tijdens het bezoek.

Pols ook eens bij het kind of het zelf wel een bezoek wil brengen. Soms kan het toch zinvol zijn om je kind aan te moedigen om mee op bezoek te gaan. Zo kan het kind vaak beter de ziekte van iemand waar het van houdt, verwerken. Uiteraard moet je je kind vooraf wel goed voorbereiden.

Als het kind er echt tegenop ziet, geef het dan tijd om zich hier mentaal op in te stellen. Het kind kan misschien al eens telefoneren met de patiënt, of een kaartje of een tekening sturen.

Voorbereiding

Leg uit aan het kind wat het precies te zien zal krijgen: opa of oma die in een bed ligt, schaafwonden heeft, of niet kan praten, of verbonden is met toestellen of een slangetje in de neus heeft voor meer zuurstof. Probeer duidelijk te maken waarvoor de apparatuur dient en verklaar dat dit nodig is om de patiënt opnieuw beter te maken.
Je kan het kind ook vertellen of het de patiënt mag aanraken, een zoen geven, op bed mag gaan zitten of juist niet, en waarom dan niet. Als het kind dat al weet, zal het minder schrikken als het de kamer binnenkomt.
Leg het kind ook uit dat het zich wat rustig houdt en niet mag rennen door de gang, omdat de patiënt moeten kunnen rusten. 

Na het bezoek

Een bezoek aan een zwaar zieke patiënt maakt een grote indruk op een kind. Het is dan ook aangewezen om achteraf nog eens rustig met het kind over het bezoek te praten. Zo kom je te weten hoe het kind het bezoek heeft ervaren, hoe het zich voelt na het bezoek, waar het bang voor is en geef je het kind nog eens de kans om vragen te stellen.

Als het kind er moeilijk over praat, kan je het misschien een tekening laten maken. Zowel het praten als tekeningen maken helpen het kind zijn ervaringen te verwerken.

Slecht nieuws vertellen

Als een van de ouders, een opa of oma of een vriendje zwaar ziek is, probeer dit dan toch uit te leggen aan het kind. Je geeft best korte informatie dat het kind kan begrijpen. Je hoeft er niet alle details bij te vertellen. Een kind voelt meestal wel aan wanneer er iets ernstigs aan de hand is. Het kan dan in zijn fantasie soms ergere voorstellingen maken dan de realiteit in feite is.

Het is belangrijk om het kind duidelijk te maken dat niemand schuld treft als een oma, opa, papa of mama ziek is. Het kind gaat ten onrechte de schuld wel eens bij zichzelf zoeken. Hij denkt dat mama in het ziekenhuis ligt met zware hoofdpijn omdat hij zelf lastig is geweest de voorbije week.

Door het kind er bij te betrekken, geef je ook aan dat hij met zijn vragen bij jou terecht kan.

Het is ook aangewezen om de leerkracht op de hoogte te brengen, zodat hij of zij het kind kan opvangen op school.

Je licht het kind best ook in over de gevolgen: is een ziekte besmettelijk of niet, wie zorgt nu voor het kind…

Het Vlinderhuis

Het Vlinderhuis is een warme plek voor  kinderen en jongeren van patiënten met een ernstige aandoening. De aard van de aandoening speelt hierbij geen rol, het aanbod is er voor elke afdeling binnen het ziekenhuis. Via woorden, spel en creativiteit kunnen de kinderen en jongeren er met hun emoties en vragen omgaan. Ze worden hierbij ondersteund door deskundige begeleiders. 

Je vindt de begeleidingsruimte het Vlinderhuis op de 2de verdieping bij de raadplegingen en de afdeling oncologie-hematologie op campus Rumbeke (Deltalaan 1, Roeselare). Het Vlinderhuis is elke woensdagnamiddag open van 13.30 uur tot 16.30 uur. Ook als ouder of grootouder ben je er welkom, in het bijzonder met je zorgen en vragen rond de opvang van je (klein)kind.

Een afspraak kan je maken via de kinderpsychologe, die coördinator is van het Vlinderhuis:
Ilse Doom
051 23 81 87
ilse.doom@azdelta.be