Symptomen

Eierstokkanker wordt dikwijls pas vastgesteld als de kanker verspreid is in het bekken en in de buik. In deze meer uitgebreide stadia is deze kanker moeilijker te behandelen.
Als er ongemakken ontstaan zijn die meestal niet specifiek voor kanker, dat wil zeggen dat goedaardige aandoeningen dezelfde klachten kunnen veroorzaken.

De meest voorkomende symptomen zijn:

  • opzetting van de buik

  • snel verzadigingsgevoel bij het eten

  • vermagering

  • ongemakken in de bekkenstreek

  • verandering in het stoelgangspatroon zoals opstopping of diarree

  • frequente drang om te plassen

Bij aanhoudende klachten waarover je je zorgen maakt, ga je het best naar een arts.

Oorzaken

Eierstokkanker ontstaat door het optreden van een mutatie of fout in iemands genen (in het DNA van cellen) waardoor deze cellen zich snel en ongeremd vermenigvuldigen en hierdoor een gezwel vormen. In de meeste gevallen is het niet duidelijk waardoor dit wordt veroorzaakt.

Het is een risico als er al eierstokkanker voorkomt in de familie. Het is wel maar bij een beperkt percentage van eierstokkanker dat deze erfelijk is. In deze gevallen is een overgeërfde (=aangeboren) mutatie verantwoordelijk voor het ontstaan van dit type kanker.

Onderzoeken

Om eierstokkanker te kunnen vaststellen gebeuren een aantal onderzoeken:

  • een lichamelijk onderzoek bij de gynaecoloog

  • beeldvorming

    • een echografie

    • en/of CT-scan van de buik en het bekken.

    Hiermee worden de eierstokken in beeld gebracht en ook de andere organen in de buik en het bekken.

  • bloedonderzoek.
    Deze test kan een aanwijzing geven.

  • operatie
    Soms is er een operatie of kijkoperatie (laparoscopie) nodig om te onderzoeken en te bewijzen dat er kanker aanwezig is.

  • biopsie
    Bij het vaststellen van afwijkingen kan de arts een stukje weefsel of een eierstok wegnemen. Deze biopsie wordt naar het lab verstuurd voor onderzoek. Daar wordt door artsen (anatoompathologen) gekeken of er kwaadaardige cellen worden waargenomen.

Behandeling

Operatie

Er zijn verschillende ingrepen die aangewezen kunnen zijn:

  • een operatie waarbij één eierstok wordt verwijderd.

  • een operatie waarbij beide eierstokken en eileiders worden verwijderd.

  • een operatie waarbij beide eierstokken en eileiders alsook de baarmoeder en nabij gelegen klieren worden verwijderd.

  • een operatie voor een meer uitgebreide kanker waarbij er zo veel mogelijk van de kanker, die zich in de buikholte heeft verspreid, wordt weggenomen. In een aantal gevallen is het aangewezen om eerst chemotherapie toe te dienen en pas nadien te opereren.

Medicatie

Chemotherapie

Dit is een behandeling met geneesmiddelen die snel delende cellen vernietigen waaronder ook de kwaadaardige cellen. Frequent is er een combinatie van chirurgie en chemotherapie aangewezen. Chemotherapie kan zowel voor een operatie worden gebruikt als nadien.

Doelgerichte therapie

Bij bepaalde types van eierstokkanker is het mogelijk om na de chemotherapie een therapie met pillen toe te passen.

Gespecialiseerde artsen

Laatst aangepast: