You are here

Diagnostiek

MR-geleide punctie 

Op de dienst radiologie campus Rumbeke is MRI-geleide borstbiopsie mogelijk. Deze biopsie wordt toegepast in geselecteerde, vaak moeilijke gevallen waarbij een klein letsel of afwijkende zone wordt gevisualiseerd op het MRI-onderzoek van de borst wat niet zichtbaar of toegankelijk is via echografie (echogeleide biopsie) noch onder mammografie (stereotactische biopsie) en waarbij er MR-grafisch argumenten zijn voor evolutiviteit. De indicatie wordt vooraf gesteld op het multidisciplinair oncologisch overleg en/of in overleg met de uitvoerend radioloog.

De patiënte wordt in buiklig geïnstalleerd op de MRI-tafel. De borst die onderzocht wordt, hangt in het toestel en wordt gefixeerd om beweging tijdens de biopsiename tegen te gaan. Tijdens de volledige procedure heeft de patiënte een koptelefoon met muziek op. De verpleging verricht in eerste instantie een beperkt diagnostisch MRI-onderzoek met contrast.
De radioloog bekijkt de beelden grondig en duidt op deze beelden aan waar hij de biopsie zal uitvoeren. Het toestel berekent hierna in de verschillende dimensies waar het letsel of afwijkende zone zich in de borst bevindt. Deze coördinaten worden doorgestuurd naar het MRI-toestel en onder begeleiding van deze coördinaten wordt de biopsie verricht.

De radioloog ontsmet de huid en verdooft lokaal de te biopteren zone van de borst. Er wordt een biopsienaald ingebracht aan de hand van de berekende coördinaten. Via nieuwe MRI-beelden wordt gecontroleerd of de biopsienaald zich op de juiste plaats bevindt. Als dit het geval is, worden stukjes weefsel opgezogen via de naald. Het weefsel  wordt dan opgezonden naar het lab voor pathologie voor onderzoek. Hierna worden nieuwe MR-beelden uitgevoerd zodat zeker is dat de biopsie succesvol is verricht.

Ten slotte wordt een onschadelijke clip geplaatst in de biopsieholte waardoor de radioloog en chirurg op de zone van biopsie kunnen terugvinden als een bijkomende ingreep noodzakelijk is.
Hierna verzorgen verpleegkundigen de wonde met steristrips die een aantal dagen op de huid moeten blijven zitten. Er mag na de biopsie geen bloeding of infectie optreden.
Het weefsel word onderzocht via het lab pathologie en wordt zelfs bij goedaardig resultaat, besproken op het multidisciplinair overleg.
Het onderzoek gebeurt op afspraak op de dienst radiologie in campus Rumbeke. Bloedverdunners dienen indien nodig gestopt te worden en de contraindicaties zijn idem als bij een klassiek MRI-onderzoek, hiervoor wordt op het moment van de afspraak een checklist met de patiënte overlopen.

Indicatie Pet

FDG-PET/CT is sinds geruime tijd een vaste waarde in AZ Delta voor de initiële staging van borstkanker, in het bijzonder bij patiënten met een hoger risico op maligne klierinvasie of metastasen op afstand, met name vanaf een klinisch stadium IIB (T2N1, tumor 2-5 cm met een klinisch verdachte okselklier of T3, tumor >5 cm). Bij deze patiëntenpopulatie, wijzigt FDG-PET/CT het ziektestadium ten opzichte van de klassieke staging met CT en botscintigrafie in 16 procent van de patiënten met initieel stadium IIB en in 30-50 procent van de patiënten met stadium III ziekte. Dat laat toe een meer adequate behandeling op te starten.

FDG-PET/CT heeft ook een toegevoegde waarde bij de oppuntstelling van patiënten met vermoeden van tumorrecidief op basis van klinische symptomen, radiologische bevindingen of een stijgende tumormerker en bij de evaluatie van de respons op de ingestelde therapie bij metastatische ziekte, in het bijzonder in geval van niet-éénduidige of discordante klinische, radiologische en/of bevindingen van het lab.