Radiotherapie van hoofd- en halstumoren vereist een hoge bestralingsdosis van 60 -70 Gy gedurende 6 tot 7 weken wat dikwijls voor toxiciteit op de omliggende weefsels zorgt. De radiotherapie voor hoofd-en halstumoren heeft een sterke technologische evolutie doorgemaakt. Vroeger bestond de bestraling uit enkele statische velden waarbij alle weefsels en organen bijna dezelfde dosis kregen.
Dit is geëvolueerd naar eerst een conformele bestraling en daarna naar een complexe intensiteitsgemoduleerde radiotherapie. Hierbij is het mogelijk om binnen dezelfde bestralingsbundels de dosis te laten variëren. Op deze manier is het mogelijk om de dosis op de omliggende kritieke organen zoals het myelum, de hersenstam, de speekselklieren... te verminderen en de dosis op de tumor en klieren te optimaliseren. Hierdoor stijgen de slaagkansen en daalt de toxiciteit.
Daarnaast is ook de nauwkeurigheid van de bestraling toegenomen. Met de ingebruikname van de nieuwe versneller in de campus Rumbeke kunnen we dagelijks een cone beam CT-scan nemen en deze vergelijken met de CT-scan in bestralingshouding. Hierdoor wordt de patiënt exact gepositioneerd en is het ook mogelijk om de tumorevolutie op te volgen en zo nodig het bestralingsplan aan te passen.