You are here

Medische beeldvorming: preoperatieve fMRI-DTI

Het doel van neurochirurgisch ingrijpen bij patiënten met een hersentumor is een zo maximaal mogelijke resectie te bieden zonder het veroorzaken van neurologische schade.

Voor een optimale planning en risico-inschatting is dus kennis vereist van de exacte lokalisatie van de eloquente cortex. Dit zijn corticale gebieden waar letsels aanleiding geven tot symptomatische cognitieve of motorische uitval zoals bijvoorbeeld de motorische cortex, de visuele cortex en taalgebieden. Dit kan niet louter gebeuren met anatomische referentiepunten gezien deze functies zich niet bij iedere patiënt op dezelfde plaats bevinden. Daarnaast kan er reorganisatie optreden met verplaatsing van eloquente gebieden of vervorming van de anatomie secundair aan massaeffect door de tumor.

 

Functionele magnetische resonantiebeeldvorming (fMRI) is een MR-beeldvormingstechniek die op een niet-invasieve manier de eloquente cortex in beeld kan brengen. Tijdens een fMRI-onderzoek voert de patiënt meerdere motorische taken (repetitief bewegen van de vingers, de voeten en/of de tong) en taaltaken uit (zoals het benoemen van tekeningen, vormen van woorden beginnend met een opgegeven letter, lezen…) terwijl de hersenen worden gescand op een 3T MR-systeem. Deze taken worden visueel aangeboden via een MR-compatibel LCD-scherm.

Naast de cortex zijn ook de verbindende witte stofbanen van belang voor de eloquente functies. Diffusie tensor beeldvorming (DTI) met vezeltractographie (FT, Fiber tracking) is een recente beeldvormingstechniek die het toelaat in 3D de witte stofbanen te reconstrueren en zo de relatie te beoordelen tussen de rand van de tumor en de belangrijkste witte stofbanen zoals de corticospinale tractus en de fasciculus arcuatus.

fMRI en DTI laten toe om bij patiënten met hersentumoren gesitueerd in eloquente zones een preoperatieve risicoinschatting te maken op het potentieel veroorzaken van een neurologisch deficiet, vermits het letsel gelokaliseerd kan worden in relatie tot de voornaamste functionele corticale gebieden zoals taal en motoriek en de corresponderende witte stofbanen.

De fMRI en DTI-data kunnen worden doorgestuurd naar het neuronavigatiesysteem van de neurochirurgen en assisteren de neurochirurg bij de aanvullende peroperatieve mapping van hersenfuncties en het bepalen van het operatietraject.