You are here

Medische beeldvorming: diagnostiek

Medische beeldvorming in de gynaecologische oncologie : MRI

De  laatste jaren is MRI van vrouwelijk klein bekken de dominante beeldvorming geworden, zowel voor wat betreft cervix-, ovarium- als endometriumcarcinoom.

Telkens biedt MRI een beter inzicht in staging (lokaal ,  klier- en/of peritoneale metastasering), en biedt cruciale info om de patiënt de beste behandeling aan te bieden. 

Cercixcarcinoom

MRI is duidelijk de preferentiële beeldvorming om de lokale uitgebreidheid van het cervixcarcinoom te evalueren. Voornamelijk de aan- of afwezigheid van parametriale invasie is hier cruciaal: parametriale invasie leidt tot FIGO IIB , waardoor de ziekte 'locally' advanced wordt. De sensitiviteit en specificiteit van MRI zijn hierbij 73 % en 93 % respectievelijk. De 'cervical rim' wordt op MRI mooi als een T2 hypointense 'ring' aangetoond – doorbraak doorheen deze 'rim' duidt op parametriale invasie.

De preoperatieve inschatting van kliermetastasen is naast de doorgroei in parametrium een negatief prognostische factor, waardoor het ziektestadium verzwaard wordt tot stadium IIIC1 (pelviene kliermetastasen) en IIIC2 (para-aortale kliermetastasen). Tot voor kort konden we ons enkel baseren op de grootte en vorm. Recent konden we daar diffusiegewogen beeldvorming aan toevoegen: samen met klassieke T2 gewogen opnames leidt diffusie gewogen beeldvorming tot betere inschatting of de lymfeklieren al dan niet metastatisch zijn: een meta-analyse van Shen toonde een sensitiviteit en specificiteit van 85 % en 84 % voor diffusiegewogen opnames. Metabole beeldvorming (FDG-PET/CT) draagt hier nog duidelijk bij tot diagnostische accuraatheid. Meta-analyse toonde aan dat FDG-PET/CT een sensitiviteit en specificiteit biedt van 82 % en 95 %. FDG-PET/CT biedt dus zeker een hogere specificiteit, daar waar diffusiegewogen MRI opnames een betere sensitiviteit bieden.

Endometriumcarcinoom

Cruciaal in de beeldvorming/behandeling van het endometriumcarcinoom is de aan- of afwezigheid van tumorale doorgroei tot buitenste helft van myometrium. Dit op de eerste plaats omdat er een duidelijk verband is met aan- of afwezigheid van kliermetastasen. FIGO stadium wordt ingedeeld als stadium IA of IB voor oppervlakkige (<50 %) en diepe invasie respectievelijk (IB).

Om deze invasiediepte te evalueren worden T2 gewogen opnames, diffusiegewogen opnames en tevens opnames na toediening van intraveneuse contraststof gebruikt (gadolinium).

Chirurgische staging (cfr verder) blijft de gouden standaard in klierstadiering bij endometriumcarcinoma. MRI met diffusiegewogen opnames toont hogere sensitiviteit met lagere specificiteit dan FDG-PET/CT (83 % vs 39 % en 51 % vs 96 % respectievelijk).

Ovariumcarcinoom

Karakterisatie van ovariële massa

In eerste lijn wordt transvaginale echografie gebruikt ter evaluatie van ovariële letsels. Indien een letsel “onzeker” is, biedt MRI aanvullend interessante informatie. Beeldvorming bij middel van MRI omvat hier onder andere aanvullende opnames na IV contrast, en diffusie gewogen opnames. Belangrijk bij de evaluatie is signaalintensiteit van het letsel, de cystische of vastweefselinhoud, de aanwezigheid van septaties of vastweefselnoduli indien cystisch.

Evaluatie van peritoneale metastasering.

Veel ovariële tumoren presenteren zich jammer genoeg erg laattijdig, met reeds peritoneale metastasering. De optimale behandeling en follow-up wordt in belangrijke mate bepaald door de evaluatie van peritoneale ziekte. CT abdomen met IV contrast wordt hier als eerstelijnonderzoek gebruikt. De sensitiviteit en specificiteit van CT varieert tss 85 % en 93 %, maar daalt significant tot 25 % à 50 % voor de detectie van subcentimetrische implanten.  Opnieuw biedt  MRI met diffusiegewogen opnames hier een recente aanvullende techniek om de gevoeligheid van detectie van peritoneale implanten significant te verhogen. Daarnaast biedt ook hier FDG-PET/CT tov standaard CT de mogelijkheid om de accuraatheid te verbeteren.