You are here

Moleculaire diagnostiek

Eens de diagnose van longadenocarcinoma is gesteld, gaan we op zoek naar moleculaire alteraties in de tumor waar een doelgerichte therapie (targeted therapy) voor bestaat. Hiervoor worden verschillende complementaire technieken ingezet.  

1. Met immunohistochemie screenen we naar ALK-, ROS1- en NTRK-fusies. Hierbij worden weefseldoorsnedes van de tumor aangekleurd met specifieke antilichamen.  

Deze bepalingen hebben het voordeel snel uitvoerbaar en zeer sensitief te zijn en kunnen op een beperkte hoeveelheid weefsel worden uitgevoerd (een vijftigtal tumorcellen volstaan). Of een patiënt in aanmerking komt voor immunotherapie, kijkt de patholoog na met immunohistochemie voor PDL1.

2.Bij vermoeden van een ALK- of ROS1-fusie op immunohistochemie wordt een fluorescentie in situ hybridisatie (FISH) onderzoek uitgevoerd ter confirmatie. Hierbij wordt het ALK- of ROS1-gen met 2 fluorescente probes (1 rode en 1 groene probe) gelabeld en kijken we na of er een splitsing van de 2 signalen is, wa overeenstemt met een genherschikking in het kader van een fusie. 

links zien we 2 tumorkernen met telkens 2 gele signalen. Doordat het groene en het rode label van het ALK-gen zeer dicht bijeen liggen, nemen we dit waar als een geel signaal. Er is dus geen herschikking in het ALK-gen. 

Rechts echter zien we een kern met een apart rood en groen signaal. Dit wijst op een ALK-genherschikking. 

3.Tegelijk met de immunohistochemie al dan niet aangevuld met FISH, wordt Next Generation Sequencing (NGS) ingezet. Hiertoe extraheren we DNA uit het tumorweefsel en wordt de code van het het EGFR-, MET-, BRAF-, KRAS- en ERBB2-gen afgelezen om mutaties in deze genen op te sporen. Deze techniek is omslachtiger waardoor langere antwoordtijd (5-8 dagen), maar heeft het voordeel meerdere genen parallel te kunnen nakijken.  

4.Sinds begin 2021 wordt NGS tweemaal per week uitgevoerd. Tegelijk konden we ook RNA-gebaseerde NGS implementeren, waarbij we kunnen screenen op meerdere fusies onder meer in het RET-gen.  

Door het combineren van al deze onderzoeken, vinden we bij een steeds groter aandeel van onze patiënten met longadenocarcinoma een oncogene driver mutatie in de tumor, waarvoor een specifieke behandeling bestaat.