VIP² nr |
|
|
aantal |
totaal |
% |
doel |
1 |
Bepalen van ER/PR/Her2/Neu |
ZEER GOED. Bij 98,44% van de geanalyseerde patiënten bepaalden we deze parameters. |
316 |
321 |
98,4% |
90-100 |
2 |
Weefseldiagnose |
ZEER GOED. Bij 94,10 % van de patiënten bekwamen we weefsel voor onderzoek en planden we de behandeling. |
335 |
356 |
94,1% |
80-95 |
3 |
Mammografie en/of echografie preoperatief |
ZEER GOED. Bij 93,28 % van de patiënten voerden we een mammografie/echografie uit. |
111 |
119 |
93,3% |
90-100 |
4 |
MOC-overleg |
ZEER GOED. 94,12% van de patiënten bespraken we op de wekelijkse MOC-vergadering. |
368 |
391 |
94,1% |
90-100 |
5 |
Borstsparende operatie gevolgd door radiotherapie |
ZEER GOED. 93,1% van de patiënten die we borstsparend opereerden, kregen aanvullend radiotherapie. |
188 |
202 |
93,1% |
90-98 |
6 |
Borstsparende operatie niet gevolgd door borstamputatie bij stadium I-II |
BETER DAN DOEL. Bij 64,96% van de vrouwen die een borstsparende ingreep ondergingen, was geen borstamputatie noodzakelijk. We scoren hier beter dan de vooropgestelde target |
76 |
117 |
65,0% |
50-60 |
7 |
Aanvullende behandeling: hormonale behandeling |
GOED. Bij 69,38% van de patiënten planden we na de ingreep een hormonale behandeling in. |
247 |
356 |
69,4% |
70-80 |
8 |
Aanvullende behandeling: chemotherapie |
GOED. Bij 34,55% van de patiënten planden we na de ingreep een behandeling met chemotherapie in. |
123 |
356 |
34,6% |
35-55 |
9 |
Systemische behandeling bij uitzaaiingen |
ZEER GOED. Bij 88,89% van de patiënten met uitzaaiingen startten we een systemische behandeling op. |
16 |
18 |
88,9% |
80-100 |
10 |
Chemotherapie voor de ingreep |
Het Kankerregister heeft hier geen score bepaald omdat het niet wetenschappelijk aangetoond is dat chemotherapie voor de ingreep beter is dan chemotherapie na de ingreep. De score is daardoor minder belangrijk. |
6 |
48 |
12,5% |
|
11 |
Geobserveerde vijfjaarsoverleving van vrouwen met een invasieve borstkankerdiagnose |
|
|
|
79,51% |
|
12 |
Geobserveerde vijfjaarsoverleving gecorrigeerd voor leeftijd en stadium |
|
|
|
77,95% |
|
13 |
Relatieve vijfjaarsoverleving van vrouwen met een diagnose van invasieve borstkanker |
|
|
|
86,61% |
|