You are here

Nieuwe techniek bij plaatsen defibrillator

Vorige week is in AZ Delta voor het eerst een nieuwe techniek toegepast bij de inplanting van een defibrillator. De ingreep duurde 1 uur en verliep zonder problemen. De patiënt stelt het goed na de ingreep en kon 2 dagen later het ziekenhuis verlaten.

Cathlab AZ Delta

Sinds 12 jaar worden er in ons ziekenhuis implanteerbare defibrillatoren (ICD) geplaatst bij patiënten die een verhoogd risico lopen op plotse dood. Het toestel zorgt ervoor dat bij patiënten die een ritmestoornis van de hartkamer ontwikkelen een shock krijgen om deze ritmestoornis te stoppen en zo het risico op plotse dood te voorkomen.

Bij de klassieke implantatie van een ICD-toestel wordt er een draad (elektrode) langs een bloedvat tot in de rechterhartkamer gebracht en wordt deze verbonden met het toestel dat onderhuids onder het linkersleutelbeen wordt geplaatst. Het zwakke punt van deze toestellen is de elektrode: 7 tot 34% van deze elektrodes faalt op een verloop van 10 jaar en er is ook een risico van 3% op infectie. De enige oplossing bij deze verwikkeling is de elektrode te verwijderen.

Om deze problemen te vermijden, is er recent een toestel op de markt gebracht waarbij de elektrode niet langs het bloedvat tot in het hart loopt maar onderhuids getunneld wordt. Onder algemene verdoving worden 2 kleine insneden gemaakt vlakbij het borstbeen om de onderhuidse elektrode te plaatsen. Aan de linkerkant van de borstkas wordt via een insnede het ICD-toestel onderhuids net boven de ribben geplaatst. Doordat deze elektrode niet aan bewegingen onderhevig is (het hart klopt ongeveer 100 000 maal per dag) verwacht men dan ook op langere termijn minder slijtage.

Dit nieuwe toestel is volgens recente studies even doeltreffend als het klassieke toestel maar momenteel komen slechts 15 % van onze patiënten in aanmerking voor deze techniek.