VIP² nr |
|
|
aantal |
totaal |
% |
doel |
1 |
Bepalen van ER/PR/Her2/Neu |
ZEER GOED. Bij 99,6% van de geanalyseerde patiënten bepaalden we deze parameters. |
443 |
445 | 99,6% |
90-100 |
2 |
Weefseldiagnose |
ZEER GOED. Bij 98,3% van de patiënten bekwamen we weefsel voor onderzoek en planden we de behandeling. |
512 |
521 | 98,3% |
80-95 |
3 |
Mammografie en/of echografie preoperatief |
ZEER GOED. Bij 98% van de patiënten voerden we een mammografie/echografie uit. |
244 |
249 | 98% |
90-100 |
4 |
MOC-overleg |
ZEER GOED. 95,5% van de patiënten bespraken we op de wekelijkse MOC-vergadering. |
555 |
581 | 95,5% |
90-100 |
5 |
Borstsparende operatie gevolgd door radiotherapie |
ZEER GOED. 91% van de patiënten die we borstsparend opereerden, kregen aanvullend radiotherapie. |
263 |
289 | 91% |
90-98 |
6 |
Borstsparende operatie niet gevolgd door borstamputatie bij stadium I-II |
BETER DAN DOEL. Bij 67,8% van de vrouwen die een borstsparende ingreep ondergingen, was geen borstamputatie noodzakelijk. We scoren hier beter dan de vooropgestelde target |
154 | 227 | 67,8% |
50-60 |
9 |
Systemische behandeling bij uitzaaiingen |
ZEER GOED. Bij 96,9% van de patiënten met uitzaaiingen startten we een systemische behandeling op. |
31 |
32 | 96,9% |
80-100 |
11 |
Geobserveerde vijfjaarsoverleving van vrouwen met een invasieve borstkankerdiagnose |
|
|
|
76,6% |
|
12 |
Geobserveerde vijfjaarsoverleving gecorrigeerd voor leeftijd en stadium |
|
|
|
78,3% |
|
13 |
Relatieve vijfjaarsoverleving van vrouwen met een diagnose van invasieve borstkanker |
|
|
84,5% |
|
* Vanuit VIP² is er voor geen enkel ziekenhuis informatie gegeven over de indicatoren B7, B8 en B10