Vanaf 11 mei geldt een nieuwe werkwijze in de triageposten van de huisartsen. Er wordt op grotere schaal getest en er wordt ook in kaart gebracht met wie besmette patiënten in contact kwamen.
Mensen die vermoeden dat ze symptomen hebben van COVID-19, nemen nog altijd telefonisch contact op met de huisarts. Als ze 1 of meerdere symptomen hebben, worden ze getest. Mogelijke patiënten worden in thuisisolatie gezet of als het ernstig is doorverwezen naar de spoed.
Voor het oplijsten van de contacten, zal er gebeld worden door de coronaopsporingslijn 02 214 19 19 om te noteren met wie de besmette patiënt in contact kwam, van 2 dagen voor het begin van de symptomen tot 7 dagen na de eerste symptomen (of langer als de klachten langer aanwezig zijn). Wie minstens een kwartier in eenzelfde ruimte heeft verbleven op minder dan anderhalve meter afstand van de besmette patient, wordt beschouwd als een hoog risico op besmetting.
Zowel de coronapatiënt als de huisgenoten en de andere hoogrisicopatiënten, moeten thuis in isolatie blijven. Hoe lang de thuisisolatie duurt, wordt aangegeven door de artsen.
Bij thuisisolatie mag je dan alleen buitenkomen voor essentiële aankopen en dit met een mondmasker, moet je afstand houden van andere mensen en regelmatig de handen grondig wassen.
