Parkinson, Ziekte van -

De ziekte van Parkinson is een aandoening van het centraal zenuwstelsel. Bepaalde kernen in de hersenen maken in mindere mate de stof dopamine aan. Naarmate het tekort groter wordt ziet men dat de ziekte langzaam evolueert. De ziekte van Parkinson begint altijd aan één lichaamshelft. De ziekte is vooral bekend door de motorische symptomen zoals beven, stijfheid en moeilijker bewegen.

Symptomen

Motorische symptomen

  • Beven of tremor: is waar te nemen als de handen op de dijen rusten of tijdens het lopen, als de handen langs het lichaam hangen. De tremor verdwijnt of vermindert tijdens vrijwillige bewegingen.
  • Stijfheid of rigiditeit: dit wordt ervaren als stijfheid van de romp en de ledematen als gevolg van een verhoogde spierspanning. Er is sprake van rigiditeit als een pols- en ellebooggewricht moeilijker en minder soepel kan bewegen. Verminderd armzwaaien in één van de armen is vaak een zeer vroeg teken van stijfheid bij de ziekte van Parkinson.
  • Traagheid (akinesie): de houding en de gang raken verstoord. Naarmate de ziekte vordert wordt de staplengte kleiner. De patiënt heeft moeite om een beweging te starten of uit te voeren. Zo kan de parkinsonpatiënt tijdens het stappen plots blokkeren. Patiënten beschrijven dat het voelt alsof hun voeten vastgelijmd zijn aan de vloer. Ze kunnen zich niet meer bewegen. Ook het draaien verloopt vaak moeilijk.
  • Freezing: is de tijdelijke, onvrijwillige onmogelijkheid tot bewegen, het plotseling verstarren of blokkeren van een beweging.
  • Versneld lopen: met snelle, korte, schuifelende pasjes. Dit neemt toe met de ziekteduur en verhoogt het risico op vallen.
  • Instabiliteit en evenwichtsstoornissen: vaak een gebogen houding waardoor het zwaartepunt van het lichaam te veel naar voren ligt. Dit leidt tot een mindere stabiliteit en vergroot de kans op vallen.

Niet-motorische symptomen

  • Spijsverteringsstelsel: reuk- en smaakverlies, speekselvloed, opgeblazen gevoel, misselijkheid, constipatie, slikstoornissen met verslikken.
  • Urinaire problemen:  frequent plassen, moeilijke blaaslediging, ongewild urineverlies.
  • Autonoom zenuwstelsel : overmatig zweten, verstoorde warmte-koudegevoel, duizeligheid, bloeddrukdaling bij het te snel rechtkomen uit liggende of zittende houding.
  • Psychologische problemen : depressie, apathie (verminderde interesse), gedragsproblemen, angst en paniekstoornis, hallucinaties en wanen.
  • Slaap-waakstoornissen, inslaap en doorslaapproblemen, verstoorde REM-slaap, rusteloze benen en periodieke bewegingen tijdens de slaap.
  • Pijn, tintelingen, voosheid in de ledematen, verstoorde lichaamshouding.
  • Cognitieve problemen, vergeetachtigheid tot dementie, moeilijkheden met het ordenen van gedachten, zich moeilijk aanpassen in nieuwe situaties.

Oorzaken

De oorzaak is nog niet precies bekend. Mogelijk spelen hierbij achteruitgang van de werking van de hersenen met toenemende leeftijd, een stoornis in de eiwitstofwisseling en omgevingsfactoren zoals aanraking met giftige stoffen een rol.

Onderzoeken

De klachten geven niet altijd direct voldoende aanwijzing waardoor diagnose stellen niet altijd gemakkelijk gaat. 

Vaak wordt een CT-scan of MRI-scan van het hoofd gemaakt om andere oorzaken van de symptomen uit te sluiten. Met een DAT-SPECT-scan kan de neuroloog gericht kijken naar de hersencellen die dopamine maken. Afwijkingen kunnen zo vastgesteld worden met de diagnose van de ziekte van Parkinson of aanverwante ziektebeelden tot gevolg.

Behandelingen

Behandeling met geneesmiddelen

De neuroloog schrijft op basis van het klachtenpatroon en de leeftijd een bepaald medicijn voor. Het vraagt soms enige tijd en geduld om het juiste middel en de juiste dosering uit te zoeken. De arts heeft de keuze uit verschillende groepen geneesmiddelen.

Pillen

Inspuitingen
Er bestaat een medicijnenpen waarmee we onderhuidse inspuitingen kunnen toedienen in geval van blokkering. Voor een beperkte groep van patiënten kan dit veel hulp bieden bij ernstige schommelingen.

Medicijnpomp

Het is mogelijk om via een sonde in de maag continu dopamine toe te dienen via een medicijnpomp. Er zijn heel strikte criteria waaraan de patiënt moet voldoen om in aanmerking te komen voor de pomp.

Andere behandelingen

Van in het eerste stadium van de ziekte is het belangrijk dat de patiënt in goede vorm blijft. Voldoende lichaamsbeweging is daarbij een van de grootste pijlers.

Kinesitherapie

Het is bewezen dat een vroegtijdige doorverwijzing van patiënten met de ziekte van Parkinson naar de kinesitherapie, de vooruitgang van de ziekte kan afremmen. In het dagziekenhuis parkinson worden verschillende testen uitgevoerd, specifiek zijn voor de ziekte van Parkinson. Aan de hand van de resultaten wordt een individuele therapie opgestart met een pakket van oefeningen samengesteld op maat van de patiënt.
Meestal wordt er ook een specifiek oefenschema voor de patiënt zelf ingeoefend, samen met de partner en/of mantelzorger. Er wordt gevraagd om dit op regelmatige basis uit te voeren.Indien de patiënt al een kinesist heeft thuis, zal de oefeningenreeks worden meegegeven voor de thuiskinesist. De kinesitherapie bij een patiënt met de ziekte van Parkinson blijft gedurende de rest van het ziekteproces belangrijk en zal naar mate de ziekte vordert ook moeten worden aangepast. Daarom is het belangrijk om de therapie bij te stellen en te blijven op zoek gaan naar een variatie aan oefeningen.

Ergotherapie

Ergotherapie kan bij diverse problemen aangewezen zijn. De ergotherapeutische interventie kan gericht zijn op het adviseren en inoefenen van bepaalde bewegingen, het adviseren van hulpmiddelen…

Logopedie

Logopedie is goed om te werken op de bewustwording van de spraakmogelijkheden en beperkingen (ademhaling, luidheid, articulatie, spreektempo…). We kunnen ook tips geven om het slikken te verbeteren.

Voedingsadvies

De diëtist kan uitleg verschaffen over aangepaste voeding bij vermagering en ondervoeding. Een gezonde voeding zorgt ervoor dat het lichaam alle voedingsstoffen krijgt om energie uit te putten. Voor elke parkinsonpatiënt is het van belang hier voldoende aandacht aan te besteden, aangezien er bij de ziekte voedingsproblemen kunnen voorkomen, zoals verminderde eetlust door geur- en/ of smaakverlies, slikstoornissen, misselijkheid, moeizame stoelgang, en gewichtsverlies.

Operatie

In een aantal gevallen kan de patiënt baat hebben bij een diepe hersenstimulatie. Dat is een operatie waarbij elektroden worden geplaatst in de hersenen die dan wordt verbonden met een neurostimulator. Daardoor kunnen elektrische pulsen worden toegediend om zo de symptomen beter onder controle te kunnen houden.